Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [42]Zo gij, o Israel! wilt hoereren, dat [immers] Juda niet schuldig worde; komt gij toch niet te [43]Gilgal, en gaat niet op naar [44]Beth-aven, en zweert [45]niet: [Zo waarachtig als] de HEERE leeft. 42. Alsof God, verdrietig en walgend zijnde over Israel, [vergelijk onder vs.17] zeide: Wil dan Israel verloren gaan, en zich niet laten raden, ziet gij toch toe, o Juda, dat gij hun voorbeeld niet navolgt. Het is een beklag over Israels hardnekkigheid, met een zeer bewegelijke vermaning aan Juda. 43. Zie Joz.5:9. Het schijnt dat hier gruwelijke afgoderij aangesteld en bedreven is, omdat deze plaats vermaard was van de eerste besnijdenis en het eerste pasen in Kanaan, waarom God over de schandelijke verontreiniging dezer plaats ten hoogste is vertoornd geweest. Zie onder hfdst.9 vs.15, en hfdst.12 vs.12; Amos 4:4 en Amos 5:5. 44. Dat is, huis der nietigheid, ijdelheid, boosheid, ongerechtigheid, of des afgods. Daar was wel ene plaats nabij Bethel, genaamd Beth-Aven, Joz.18:12,13, maar hier wordt, naar het algemeen gevoelen, verstaan de plaats, die eigenlijk Bethel genaamd was, dat is, Gods huis. Maar van God genoemd Beth-Aven, ten aanzien van het gouden kalf, dat Jerobeam daar had opgericht, en de afgoderij die aldaar bedreven werd; zie 1 Kon.12:29, en onder hfdst.5 vs.8 en hfdst.10 vs.5. Deze plaats was ook tevoren zeer vermaard vanwege Gods bijzondere openbaring aan den patriarch Jakob, Gen.28:19, en Gen.35:6,7, enz. Beide deze plaatsen waren nabij Juda gelegen, zodat het niet zonder gevaar was van te vervallen in gemeenschap der afgoderij, waarvan de beginselen openbaar waren; waarom God Juda hier zeer ernstiglijk waarschuwt. 45. [Zo waarachtig als] de HEERE leeft. Te weten huichelend, afgodisch, op zulke wijze, gelijk de afgodische Israelieten doen, die mijn naam met hunne afgoden vermengen, om de afgoderij daarmede te bedekken en een schijn van ware godsdienstigheid te geven; hetwelk een gruwel was bij God, die alleen oprecht als God wil geeerd en gediend zijn, naar zijn voorschrift. Vergelijk boven hfdst.2 vs.15 met de aantekening, en aangaande het woord niet, vergelijk de aantekening op vs.16, en Zef.1:5.